Als één boek de kracht van metaforen laat zien, dan is het het onlangs verschenen ‘Dit kan niet waar zijn’ van Joris Luyendijk. Hierin doet Luyendijk verslag van zijn ontdekkingstocht als onwetende journalist in het hartje van de financiële wereld, de City in Londen. Luyendijk maakt uitgebreid gebruik van metaforen; telkens vindt hij weer een beeld dat de verbinding legt tussen lezer en onderwerp, journalist en geïnterviewde. Op het overdadige af – soms lijkt een bladzijde meer metaforen te bevatten dan ‘gewone woorden’ – maar het moet gezegd, het werkt. Het is het beste, en misschien wel enige, instrument dat Luyendijk heeft om dit onderwerp begrijpelijk en aansprekend te maken.
Dierenrijk
Zo is een van zijn vaste interview-vragen met welk dier de geïnterviewde zichzelf zou vergelijken. Geen doorsnee interview-vraag, maar het levert een heel verhelderend
beeld op van de financiële wereld. Hierin figureren zoals verwacht veel roofdieren (er blijken veel meer wolven rond te lopen dan alleen die ene van Wallstreet, naast haaien, tijgers en hyenea’s), maar ook veel helpers (het beta-chimpanseemannetje en honden die het niet erg vinden om te worden geschopt), groepsdieren als olifanten, bijen en mieren, naast onafhankelijke zielen als de schildpad. Het draagt bij aan het algehele beeld dat Luyendijk schetst van de City, namelijk dat van een jungle, waar allerlei uiteenlopende wezens rondlopen maar waarin ook een wetteloosheid heerst.
Casino’s, oorlog en de biecht
Naast het dierenrijk zijn overigens ook andere metafoordomeinen rijkelijk vertegenwoordigd. Het casino, de oorlog, de biecht, voetbal, de maffia, het Wilde Westen, Rock-‘n-roll, de City als dorp; ga zo maar door. Een mooi voorbeeld van een verhelderende metafoor is die van het spelen van Russisch roulette, maar dan met andermans hoofd, waarmee wordt uitgelegd dat het risico van het financiële spel voor grote systeembanken niet bij henzelf ligt, maar bij de aandeelhouders, de overheid en de burgers. Dat was vroeger anders, want toen lag het risico bij de partners van kleine financiële kantoren die met hun eigen geld ‘speelden’. Risicovolle producten kwamen er toen gewoon niet in. Je gaat geen Russisch roulette spelen als je eigen hoofd in het spel is. Door deze metafoor is het mechanisme dat tot de crisis leidde in een keer duidelijk, en beklijft ook Luyendijks conclusie: de enige manier om structureel iets te verbeteren is het radicaal opsplitsen van grote ‘too big to fail’ banken in kleinere banken die failliet kunnen gaan zonder de hele economie in hun val mee te slepen.
Begrip of emotie?
Het boek is een bevestiging voor de centrale stelling uit de cognitieve metafoor- wetenschap dat de metafoor een cruciaal denkproces is, waarmee mensen nieuwe, abstracte onderwerpen kunnen begrijpen in termen van iets bekends (meer hierover hier). We denken, begrijpen nieuwe dingen met hulp van metaforen. Er zijn taalwetenschappers die de metafoor zelfs zien als het centrale principe waarmee de mens zijn cognitieve capaciteiten sinds de oertijd steeds verder heeft weten uit te breiden. Geen intelligentie zonder metafoor.
Hoe belangrijk die cognitieve functie van de metafoor ook is, in de politiek wordt een metafoor niet alleen ingezet voor het vergroten van begrip. Soms is een letterlijke uitdrukking heel eenvoudig te begrijpen, maar kiest een politicus toch voor een metafoor. Een goed voorbeeld is de beruchte ‘kopvoddentaks’ van Geert Wilders. Deze metafoor voegt geen rationeel begrip toe aan het letterlijk woord dat zoiets als ‘hoofddoekjesbelasting’ zou moeten luiden. Dat is een heel helder woord dat gemakkelijk te begrijpen is. De metafoor ‘kopvoddentaks’ is dus ingezet voor een ander doel, in dit geval is dat het retorische doel van het toevoegen van een negatieve emotie, naast het strategische, politieke doel van provocatie, polarisatie van het debat, en het opvallen in de media.
Vliegtuigcrash
Terug naar Luyendijk. Zijn deze emotionele en strategische doelen ook bij hem terug te vinden? Eerst het emotionele doel. In de inleiding is het meteen al raak. Het boek begint met de beschrijving van Luyendijk die in een vliegtuig zit. Hij ziet een steekvlam uit de motor komen, vraagt aan de stewardess of er iets aan de hand is, maar zij doet heel geruststellend. Luyendijk vertrouwt het echter niet, en het lukt hem, na veel tegenwerking door het personeel dat blijft zeggen dat er niets aan de hand is, in de cockpit te komen. Daar ziet hij dat er helemaal niemand aan het stuur zit. Mocht de lezer nog twijfelen aan het belang van het onderwerp van het boek, met deze metafoor (of een allegorie, zoals zo’n uitgebreid metaforisch verhaal ook wel wordt genoemd) zijn alle alarmbellen in zijn hoofd afgegaan. De lezer ‘voelt’ precies wat er aan de hand is. Hoewel al eerder was aangekondigd dat het helemaal mis was met de financiële sector, was dit blijkbaar niet genoeg. Om zijn boodschap echt goed over het voetlicht te krijgen, heeft Luyendijk een metafoor nodig die de emotie mobiliseert.
Kuifje in de jungle
Dan het derde doel waarvoor metaforen worden ingezet, het strategische of politieke doel. Hiermee positioneert een politicus zich in het politieke veld; hij laat zien wie zijn vrienden en zijn vijanden zijn, hij zorgt dat hij betrouwbaar overkomt (en zijn tegenstanders als onbetrouwbaar). Hoe zit dat bij een journalist? Ook hij heeft een strategie met dit boek, maar gebruikt hij ook strategische metaforen? Heel toepasselijk kiest Luyendijk hier de metafoor van ‘Kuifje bij de Bankiers’. Hij zet zichzelf er mooi mee neer, als kleine maar dappere journalist die een spannend avontuur beleeft in de jungle. Met tijgers, maffia en Rock-‘n-roll.
Wat mij betreft is Kuifjes missie geslaagd, tenminste als die missie het uitleggen van de financiële wereld aan een leek was. Maar, zul je misschien zeggen, Kuifje schrijft niet alleen over de boeven, hij wint er ook van. Zover is het natuurlijk nog niet, Luyendijk is geen stripheld die in zijn eentje de wereld kan redden. Maar zijn boek levert er wel alvast een positieve bijdrage aan. Want alle hervorming begint bij begrip. De bal ligt nu bij de politiek, om maar eens een voetbalmetafoor te gebruiken. / © CS 2015